Meer dan honderdduizend (Indische) Nederlanders werden tijdens de Tweede Wereldoorlog in Japanse kampen geïnterneerd. De meesten van deze ongeveer driehonderdvijftig duizend (Indische) Nederlanders bleven echter buiten de Japanse kampen. Een paar maanden na de Japanse inval in Nederlands-Indië, begon de registratie van alle Nederlanders. Er werd daarbij voor het eerst het raciale onderscheid gemaakt tussen volbloed Nederlanders (Totoks) en gemengd-bloedige Nederlanders, de Indische Nederlanders die kortweg "Indo's" werden genoemd. De Japanners hoopten de Indo's te mobiliseren voor het Japanse ideaal ; het stichten van één groot Zuidoost Azië. Maar de Indo's voelden er niets voor om met de Japanners samen te werken en bleven, met gevaar voor eigen leven, loyaal aan het huis van Oranje, koningin Wilhelmina en de Nederlandse driekleur.
Lang is over deze heftige periode (1942-1946) door de betrokkenen voornamelijk gezwegen. In deze film vertellen deze zogenoemde "Buitenkampers" voor het eerst openhartig over hun ervaringen als kind tijdens de Japanse bezetting en de daaropvolgende bloedige onafhankelijkheidsstrijd. In de beginperiode die "Bersiap" wordt genoemd, grepen de Indonesische nationalisten de macht. Veel van deze Indische Nederlanders en alle andere Nederlandsgezinde bevolkingsgroepen zaten niet in beschermde kampen en waren zo een makkelijk slachtoffer van de moordzuchtige onafhankelijkheidsstrijders. De getuigenissen worden afgewisseld met zwart-wit filmarchief en prachtige natuuropnamen in Indonesië. Het zwijgen van de Buitenkampers wordt in deze film, na meer dan 70 jaar, alsnog doorbroken.
![](https://i.ytimg.com/vi/MRQkKZaWYOw/maxresdefault.jpg)