Joep Straesser (1934-2004)
Spring quartet (Sightseeing V) : for string quartet (1971)
on a theme by Ludwig van Beethoven
Gaudeamus Kwartet
Program note (Dutch): Spring Quartet (Sightseeing V) neemt in mijn werk een bijzondere plaats in. Het sluit, te zamen met het in hetzelfde jaar gecomponeerde pianowerk Intersections III, een periode af waarin ik mij bezighield met de toepassing van streng-seriële technieken. Daarbij is het een van de zeer weinige stukken in mijn oeuvre dat niet in opdracht is geschreven.
Muziek voor alleen strijkers neemt in mijn werk een zeer bescheiden plaats in. Ik voel mij van nature blijkbaar meer aangetrokken tot het schrijven voor blaasinstrumenten, slagwerk en de menselijke stem. Na het, naar mijn mening, niet geslaagde Strijkkwartet II (1966) - het eerste strijkkwartet is een jeugd werk - achtte ik het noodzakelijk mij nog eens diepgaand bezig te houden met alle problemen die het schrijven voor strijkers met zich meebrengt. Van deze studie is dit stuk het resultaat.
Dat het werk bovendien is bedoeld als een hommage aan Ludwig van Beethoven komt voort uit het feit dat met name zijn cis-moll Kwartet opus 131 bij mijn heroriëntatie ten opzichte van het schrijven voor strijkers een belangrijke rol speelde. In het eerste en laatste gedeelte van het Spring Quartet is het 4-tonige beginmotief van opus 131 verwerkt.
Het werk valt in twee grote delen uiteen. In de eerste helft van het stuk wordt het strijkkwartet behandeld als één homogene groep van vier instrumenten die in klank zoveel mogelijk met elkaar versmelten. Het kwartet wordt behandeld alsof het één instrument was.
In de tweede helft is er voortdurend sprake van een splitsing in twee muzikale lagen die aanvankelijk steeds gelijktijdig en in het slotgedeelte afwisselend tot klinken komen. Hierbij is gestreefd naar een grote contrastwerking in kleur en speelmanieren tussen de vier strijkers. In feite geeft het laatste gedeelte van het stuk een combinatie te horen van beide uitgangspunten. Extreme versmelting - het spelen in octaven - en extreme contrastwerking in de vorm van een rijk palet van kleureffecten en bijzondere speelmanieren, staan tegenover elkaar. - JOEP STRAESSER
Joep Straesser was a Dutch composer. He studied at the University of Amsterdam (musicology) and at the Amsterdam Conservatory (organ with Anthon van der Horst; composition with Ton de Leeuw). In 1962 he was appointed professor of music theory (and from 1975 composition) at the Utrecht Conservatory (retired 1989).
Straesser became interested in the music of the Second Viennese School and the post-war avant garde as a result of his studies with de Leeuw, and during the 1960s he used freely serial and aleatory techniques in his music. In pieces such as 22 Pages (1965), based on Cage's book Silence, and Ramasasiri (1968), a multi-layered composition based on a travel song from the Papuan people of Papua New Guinea, Straesser combines experimental innovation with musical intuition, with the result that his music never sounds dry or academic.
With the ‘Spring’ Quartet (1971) Straesser abandons the idea of radical parametric composing, using and transforming a theme from Beethoven's String Quartet Op. 131. With his organ piece Splendid Isolation (1977) he admitted consonant harmonies for the first time and, having reconquered traditional elements without betraying his earlier interest in experimental composing, wrote the short opera Über Erich M. (1985–1986) and three symphonies. His denial of tradition gradually became a dialogue with tradition, as is shown by the reference to Mahler in his Third Symphony (1992). At first sight his music may have changed considerably over the years, but permanent features include a technical facility and a density of structural and motivic coherence resembling the music of Webern and Beethoven.
Ещё видео!