Mobiele grondreinigingsinstallaties worden ingezet voor de reiniging van minerale afvalstoffen, zoals verontreinigde grond en baggerspecie. Deze afvalstromen komen vrij bij grondsaneringen en baggerwerken. Ze worden in een speciale reinigingsinstallatie gezeefd, gereinigd en gedroogd.
In de eerste twee fasen van het reinigingsproces wordt de puinfractie eerst gescheiden in deeltjes van 25 millimeter en groter, en daarna in de kleinere puindelen tot 3 millimeter. Uit deze residuen worden daarna de hout-, plastic- en metaalfracties verwijdert. Er blijft dan een schoon product over dat direct kan worden gebruikt.
De gezeefde, maar nog vervuilde grond, gaat naar cyclonen waar het zand, slib en de rest van de vervuiling worden scheiden. Het zand dat hierna overblijft is zo schoon dat het na keuring direct als secundaire grondstof kan worden verkocht voor hergebruik in de grond-, weg- en waterbouw.
De rest van de verontreinigde slibfractie wordt in de installatie ingedikt. Door toevoeging van een polymeer zakt de slibfractie als vlokken naar de bodem. Het overgebleven heldere proceswater wordt in een gesloten systeem hergebruikt in de installatie. De ingedikte vervuilde slibfractie wordt nog eenmaal door een persinstallatie gehaald om het laatste water er uit te halen. Daarna blijft een droge slibkoek over die niet verder kan worden gereinigd; Dat wordt gestort of als dat nog mogelijk is verbrand.
Dankzij deze hoogwaardige grondreinigingsinstallaties kan het overgrote deel van verontreinigde grond en baggerspecie worden gerecycled en blijft er maar een kleine vervuilde fractie over die niet kan worden hergebruikt.
