Video gemaakt door Mirte Linthorst, Merel Smid, Debbie Wagenaar en Tara Wingelaar voor de cursus 'Communicating Science with the Public' van de Universiteit Utrecht.
Organen – we hebben ze allemaal! Die van jou en mij begonnen al met groeien voordat we geboren waren. Maar wist je dat wetenschappers sinds kort zelf mini-organen in het laboratorium kunnen maken? En dat ze daar maar een paar cellen voor nodig hebben? In deze video leggen wij je uit hoe deze mini-organen, ook wel organoïden genoemd, gemaakt worden.
Organen bestaan uit cellen: de bouwstenen van het lichaam. Als je een organoïde wilt maken, heb je daar dus cellen voor nodig. En wel hele bijzondere, namelijk: stamcellen!
Een stamcel is speciaal, omdat het een soort basiscel is die nog kan veranderen naar andere typen cellen. Dat kan een ‘volwassen’ cel, die al een specifieke functie vervult, niet meer doen. Ook kan een stamcel zichzelf splitsen, waardoor nieuwe cellen ontstaan. Met deze twee functies zorgt een stamcel ervoor dat er genoeg verschillende cellen zijn voor een orgaan om te groeien.
Organoïden kunnen tegenwoordig al van veel verschillende organen en weefsels gemaakt worden. In deze video laten we je zien hoe een darmorganoïde gekweekt wordt.
Je begint met het afnemen van een stukje darmweefsel. Dit weefsel wordt in kleine stukjes gehakt, waarna de stamcellen worden gescheiden van de niet-stamcellen. Nu heb je de stamcellen verkregen - maar wat is er nodig om die verder te laten groeien?
Je brengt de cellen aan op een soort gel in een schaaltje, waarna je een speciale vloeistof toevoegt. Hierin zitten voedingsstoffen die de stamcellen nodig hebben om in leven te blijven én om te groeien.
Daarnaast zitten er bepaalde stoffen in die ervoor zorgen dat de stamcellen zich gaan ontwikkelen tot darmcellen – en niet naar de cellen van bijvoorbeeld een long. Vanaf dat moment begint het echte kweken van de organoïde.
Je laat de cellen staan in een omgeving met lichaamstemperatuur en ververst af en toe de vloeistof. Met wat geduld en goede zorg krijg je uiteindelijk een klompje darmweefsel - onze minidarm! Maar let op: organoïden zijn wel écht anders dan organen. Ze zijn hooguit 1 mm en hebben niet dezelfde vorm.
Je kunt een organoïde voor van alles gebruiken: bijvoorbeeld om medicijnen te testen, zonder dat je daar proefdieren voor nodig hebt. In de toekomst zouden organoïden misschien zelfs kunnen worden gebruikt als alternatief voor orgaantransplantatie! Tot die tijd heeft de wetenschap echter nog flink wat werk te verzetten – en hebben wij de taak om geduldig te wachten op wat er komen gaat.
Ещё видео!