In een reeks verkiezingsspecials besteedt Nieuwsuur aandacht aan twaalf politieke partijen. Vandaag: de PvdA.

De Partij van de Arbeid haalde vorige verkiezingen –verrassend- 38 zetels en werd daarmee de tweede partij van het land. Lijsttrekker Diederik Samsom wist mensen te winnen met “het eerlijke verhaal”. Maar na een harde tweestrijd met VVD-leider Mark Rutte, begroeven zij de strijdbijl snel, en vormden samen een kabinet. Samsom bleef in de Tweede Kamer, en Lodewijk Asscher werd vice-premier.

Het was eerste kabinet sinds 1998 dat de rit uitzat. Het kabinet bezuinigde in totaal zo’n 14 miljard en er was vooral veel kritiek op bezuinigingen op de zorg.
Sinds begin 2014 daalt de werkloosheid, maar Asschers wetten konden niet voorkomen dat het aantal flexibele banen bleef stijgen.

De achterban vond de PvdA te weinig sociaal en sinds begin 2013 kelderde de partij in de peilingen. Nog nooit scoorden de eens zo machtige sociaal-democraten zo laag.

In de hoop de partij uit het slop te trekken, stelde Lodewijk Asscher zich vorig jaar kandidaat als lijsttrekker, en nam het op tegen Diederik Samsom. Met 54% van de stemmen werd hij de nieuwe voorman van de PvdA.

Asscher kiest een iets conservatievere koers dan zijn voorganger en pleit voor progressief patriottisme: zo wil hij een einde aan “oneerlijke” concurrentie van Oost-Europese arbeidsmigranten.
Ook wil Asscher meer vast werk, meer geld voor onderwijs en voor ouderenzorg. Allemaal onderwerpen waarop de PvdA de afgelopen jaren zelf in charge was.

свернуть