Qing dynastie
Begin zeventiende eeuw riep de stamleider van het halfnomadische volk van de Mantsjoes, Nurhachi (1559-1626) zich uit tot keizer van Mantsjoerije. In 1619 ontketende hij een oorlog tegen grote buur China. (...) In 1644 kregen de Mantsjoes een kans voor open doel. In het Hemelse Rijk was een rebellie uitgebroken tegen de heersende Ming-dynastie. De rebellenleider, een zekere Li Zisheng, had de hoofdstad Beijing al ingenomen. Maar toen bekend werd dat hij de favoriete concubine van een belangrijk generaal uit het keizerlijke leger had geschaakt, wilde deze generaal hem een lesje leren. Hij opende de poorten in de Grote Muur, en nodigde het leger van de Mantsjoes uit om Beijing in te nemen. Dat lieten de Mantsjoes zich geen twee keer zeggen. Binnen korte tijd drong hun gedisciplineerde leger door tot in de Verboden Stad, de keizerlijke residentie. Li Zisheng vluchtte, en de Mantsjoes plaatsten Shunzhi, de zesjarige kleinzoon van Nurhachi, op de vacante drakentroon. Het tijdperk van de Qing (reinheid) was aangebroken.
[ Ссылка ]
In het Chinese keizerrijk waren stabiliteit en effectief bestuur van oudsher diepgewortelde politieke waarden. In het traditionele politieke systeem van China speelde het Hemels Mandaat een centrale rol. Volgens dat concept had de keizer als taak namens de hemel de maatschappelijke en natuurlijke orde op aarde (‘tianxia’, dat wat zich onder de hemel bevindt) te handhaven. Daarom werd de keizer van China ook de Zoon van de Hemel genoemd, en de heersende dynastie heette de Hemelse Dynastie.
Orde was een teken van keizerlijke bekwaamheid en daarmee van legitiem bestuur. Ernstige verstoringen van de orde, zoals grote natuurrampen en opstanden, waren daarentegen signalen dat de keizer zijn mandaat had verloren.
FRANS-PAUL VAN DER PUTTEN, De wederopstanding van China. Van prooi tot wereldmacht (Amsterdam 2020), 21-22.
Het centrale gezag van de Qing-dynastie die China al regeerde vanaf 1644, verzwakte ernstig vanaf het eind van de 18e eeuw. Een periode van crisis en neergang begon. Overal in China daalde het bestaansniveau voor de Chinese bevolking. Oorzaken daarvan waren een corrupt bestuur, politieke crises en hongersnoden.
HARALD BUSKOP (e.a.), Training voor het examen met historische contexten, vwo vanaf 2022( Zutphen, 2020), 157
Wat betreft veiligheid richtten de Qing-keizers hun aandacht vooral op de binnenlandse stabiliteit en op grensconflicten met buurvolkeren. Wat elders in de wereld gebeurde, beschouwde de Qing als niet-relevant. Het keizerrijk bestond al zo lang, en was zo enorm groot en zo beperkt afhankelijk van de buitenwereld, dat de Chinese regering geen aandacht had voor twee ontwikkelingen die van fundamentele betekenis zouden zijn voor de toekomst van China.
De ene ontwikkeling die de Qing-dynastie miste, was de steeds snellere globalisering, ofwel de toenemende integratie tussen verschillende delen van de wereld op het gebied van transport en handel. (...) Het ontstaan van een wereldwijd handelssysteem waarin West-Europese landen en handelaren een centrale rol speelden, leidde tot een tweede ontwikkeling die de Qing-regering volledig ontging. Dat was het ontstaan van mondiale geopolitiek.
FRANS-PAUL VAN DER PUTTEN, De wederopstanding van China. Van prooi tot wereldmacht (Amsterdam 2020), 26-27.
Ещё видео!